Om jullie even op weg te helpen zal ik dit even posten:
De tijd in de Lenormandkaarten:
weldra, gauw.
9 maanden
herfst
zomer
lente
onverwachts, plotseling.
schemering tot de nacht.
3 maanden
1 a 11/2 maand.
vertraging, uitstel.
binnenkort, gauw.
winter.
zomer
avond of 2 maanden.
2 tot 3 weken.
SeizoenenLente
Herfst
Zomer
Winter
Maandenjanuari
april
juli
oktober
februari
mei
augustus
november
maart
juni :kaart27re: september :kaart35re: december
Aantal maandenberg
3 maanden
weg
binnen tot 2 maanden
ruiker
9 maanden
Dagen maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Wanneer De ruiter snel, binnen 2 dagen; positief.
binnen 4 dagen, plotseling en onverwachts.
33 dagen
Wanneer op de dag in de morgen
in de middag
in de voormiddag
in de namiddag
in de namiddag tot avond
in de avond
in de nacht
In weken 1 week
43 weken
3-4 weken
1-4 weken
7-8 weken
4 weken
4 weken
2-3 weken
In jaren binnen 1 jaar
binnen 1 jaar
11 Roede binnen 2 jaar
binnen 3 jaar
binnen 4 jaar
binnen 5 jaar
binnen 6 jaar
binnen 7 jaar
binnen 10 tot twintig jaar
Kaarten ivm het Weer:01 De ruitzer
= element = water.
= kort maar krachtig onweer.
02 De Klavers
fris - frisser - zon - onmiddellijk - lenteweertje.
= element = aarde.
03 Het schip
= onrustig - schommelingen - koel - natter - regen.
= element = lucht.
04 Het huis
= aangenaam - aangenaam weer - rustig weertje (ongeveer 20°) - blijvend voor even of langere tijd.
= element = water.
05 Boom
= het weer blijft stabiel - matige wind - lichte koelte windkracht 0 tot 4 - matige koelte - waaien - wind - wind stil - zwakke wind - flauw en stil - flauwe koelte - winderig – lang aanhoudend hetzelfde weer.
= element = water.
= wolkbreuk
= windkracht - matige wind - lichte koelte windkracht 3.
= windrichting
= stormachtige wind windkracht 8.
= matige wind -lichte koelte windkracht 3.
06 Wolken
= bewolking - enkele bui(en) - buien storing - half bewolkt - kwakkelweer (buiig) - licht bewolkt - lichte regen - motregen - wolken - wolken en regen -zwaar bewolkt - nevel - SMOG [verhoogde lucht verontreiniging] - herfstachtig.
= element = vuur.
= wolkbreuk.
= donkere wolken
07 Slang
= onweer - behoefte aan regen - verraderlijk (weer).... - wisselend - wisselvallig- korte bui
= element = vuur.
= droog onweer
08 Lijkkist
= donker - einde - koud - koude dag - veranderlijk - vertraging - sneeuw - ijzel - slechte weersperiode - de hele dag door.
= element = aarde.
= winter.
= direct
= sneeuw.
Hart kaart = sneeuw - ijzel.
09 De ruiker
= beter weer - rustig - temperatuurstijging - lenteachtig - zonnig - dag om van te genieten.
= element = lucht.
= lente.
10 Zeis
= bewolkt en regen - gevaar/gevaarlijk - plotselinge andere weersomstandigheden - herfstachtig.
= element = aarde.
= herfst.
11 De roede
= donker - het weer zit in tweestrijd - kans op onweer - koud - onrustig - stevige buien - nevelig - bewolking(stapelwolken) - wisselvallig.
= element = vuur.
= harde wind windkracht 7.
= onweersbui - wolkbreuk.
12 De vogels
= mooi weer - slecht weer - korte duur - soms wel eens een wolkje aan de lucht.
= element = aarde.
13 kind
= het weer keert zich/keert terug - vrolijk/blij weer - regen - open lucht - open wolkendek - blauwe lucht.
= element = lucht.
= regenbuien.
14 Vos
= twijfelachtig weer.
= element = vuur.
15 De beer
= krachtig(e)... - drukkend weer - koel - mild - stevig.
= element = vuur.
= krachtige wind - stevige bries windkracht 6 - vrij krachtige wind - frisse bries windkracht 5.
= sneeuw.
Hart kaart = sneeuw.
16 De sterren
= luchtdruk - klare lucht - donker(e).... - stralend weer - vooruitgang - kou in de bovenlucht - kometen - blauwe lucht, witte wolken - klare lucht - open hemel - sterren - meteoren(zwerm) = vallende sterren - (hoge)luchtdruk; koud in de bovenlucht.
= element = water.
= donkere wolken (zwarte hemel/wolken).
17 Ooievaar
= verander(en) - weersverandering(en) - veranderlijk - wisselvallig.
= element = water.
= lente.
18 Hond
= vriendelijk weer - rustig - blijft even zo (trouw)- hondenweer (?) - waakzaam voor.... - wandelweertje - hond uitlaten - vertrouwen hebben in het weer - zon schijnt matig tot sterk
= element = water.
19 Toren
= hoge... - drukgebied - geblokkeerd zijn - hoogte - zicht (bij mist, dichte mist) - de zon staat hoog(veel warmte).
= element = lucht.
= herfst.
= wervelwind (omhoog wervelende vochtige lucht) - tornado.
= mooi weer (meeuwen vliegen hoog).
= hoge wolken zorgen voor verdamping.
= hoge drukgebied - hoge luchtdruk.
= hoge temperaturen - rond 43 graden (19 24 = 43).
= tropische dag - hoge temperaturen.
:kaart34re: = stormvloeden.
20 De tuin
= in balans - grond (dicht bij de grond) - lekker weertje.
= element = lucht.
= mist (wolken dicht bij de grond).
21 De berg
= storing (moeilijkheden) - depressie, dus regen - luchtdruk (tegenwerking)- extreme (warmte).
= element = vuur.
22 De weg
= stapelwolken - kans op regen - weet zelf nog niet goed wel kant het zal uitgaan - van korte of langere duur - kan alle kanten op.
= element = aarde.
= wegtrekkende wolken.
23 De Muizen
= weinig.... - mist, mistig (muizenissen in het hoofd) - verlies vd vorige kaart- veranderingen.
= element = vuur.
24 Het hart
= heet - warm - temperaturen - warmte.
= element = water.
= warmte en onweer misschien - warmte onweer.
25 De ring
= voor de hele dag - zoals de dagen voorheen en de komende dagen, blijft zo: onveranderlijk.
= element = vuur.
= Begin van de lente.
26 Het boek
= meteorologie historie - rustig - rustig (af en toe) - onspectaculair - het blijft zoals het is - af en toe droog - vochtig - weerbericht.
= element = aarde.
27 De brief
= afwisselend (zoals briefwisseling) - weerbericht - van korte duur - wispelturig - droog - begin herfst.
= element = lucht.
28 Heer
= stevig - zonneschijn - zon -zonnig(niet te warm), stevig.
= element = water.
= begin van de zomer.
= stevige buien - stevige wolken (samengepakt).
29 Dame
= zacht... - donker(e)... - wispelturig
= element = lucht.
= begin van de herfst.
30 De Lelie
= bescherming (tegen de... zon uv-stralen bv) - mooie, rustige.....nacht.
= element = lucht.
= winter.
31 De zon
= heet - kracht(ig) - warm(e) - optimistisch / zon - zonnig.
= element = aarde.
= zomer.
= zonneschijn.
= zonsverduistering.
= zonkracht (UV-stralen enz).
= zonsverduistering.
32 Maan
= donker(e)... - depressie - storm windkracht 9 (emoties) -snelle veranderingen - wisselwerking
drukkend warm - afkoeling.
= maanstanden: maan - eerste kwartier - laatste kwartier - nieuwe maan - volle maan.
= element = water.
= donkere wolken.
= maansverduistering, zwarte maan.
:
= maansverduistering, zwarte maan.
33 De Sleutel
= zekerheid (zeker en vast)- klare lucht (open) - dit blijft nog zo even - nieuwe start - stabiel.
= element = aarde.
= dichte mist (sleutel is dicht en tuin en wolken is mist).
34 De vissen
= hevige regenbui - motregen - regen - veel regen en wind - vermeerdering... - vochtig - water dat in de lucht verdampt - water (overlast) - vermeerdering (veel).
= element = aarde.
= waterkoud - einde van regenperiode.
35 Anker
= droog - droog, wat bewolkt misschien - hoop/hoopvolle... - standhouden/houd stand - houvast/houdt aan - regen en onweersbuien -stabiliteit - standvastig - volhardend - vasthoudend - verlangen.
= element = lucht.
36 Kruis
= einde - einde van een periode - beproeving/nood - vermindering/weinig - vertrouwen - droog.
= element = vuur.
= noodweer.
= noodweer.
Laag drukgebied = slecht weer.
Hoog drukgebied = mooi weer.
Voila maar ik wil hier voor ook mijn bron nog eens bedanken